Lentewiegje

Download
patroon lentewiegje.pdf
Adobe Acrobat document 141.9 KB

 

Nodig:

Voor je begint:

Als je het patroon op de vilt overtekent, spiegel je patroontje altijd zodat de eventuele tekenlijnen naar binnen vallen. 
Neem telkens 2 draadjes van het 6-draads dmc-garen. Gebruikte steken: ik heb alles met de festonsteek in elkaar genaaid. 
De lengte van de ophangdraad kan je zelf bepalen, afhankelijk van waar en hoe je het wiegje wilt hangen.


 Hoe?

Teken alle patroondelen over op vilt. Teken zo veel bloemetjes als je zelf leuk vindt staan op en rond het wiegje. De kleine groene blaadjes zijn optioneel: ook hier kan je zelf kiezen hoeveel en waar.

 

 

Begin met het wiegje. Naai 1 kant van het tussenstuk tussen de merkpunten aan de onderkant van 1 kant van het wiegje. Naai nu de andere kant van het wiegje van 1 punt, via het tussenstuk naar het andere punt. Naai tenslotte de schulpjesrand langs de randen van het wiegje.

 

Het popje maak je als volgt:

Plooi een stuk pijpenrager van 11 cm in het midden rond een stuk pijpenrager van 6 cm. Zie tekening.

Naai nu 1 schoudernaad van het pakje. Leg het pakje rond het pijpenragerlijfje en ga verder rond met festonneren: de andere schouder, de onderarmnaad, de buitenbeennaad, de twee binnenbeennaden en aan de andere kan terug tot aan de pols. Op het einde van elk stukje leg je een knoopje. Je hoeft de draad echter niet telkens af te knippen maar je kunt hem gemakkelijk door de vilt steken (die is dik genoeg om dat onzichtbaar te doen). Zorg er voor dat tijdens het naaien de pijpenrager op de juiste plaats in het pakje komt: de armen in de mouwen en de beentjes elk in een broekspijp.

Maak een heel klein gaatje in de kraag en schuif die over het stuk pijpenrager dat boven de schouders uitsteekt en lijm vast. Festonneer nu het mutsje dicht: vouw het in het midden dubbel en naai van a naar b. Doe wat lijm aan de binnenkant van de muts net boven de schulpjesrand en zet op het hoofdje: zorg er voor dat het gezichtje mooi open blijft.

Lijm als laatste de kleine kralen op de uiteinden van de pijpenragers voor de handjes en de voetjes. Knip desnoods eerst de pijpenrager op de juiste lengte zodat die niet uit de kralen steekt. Zet het popje in een mooie houding in het wiegje. Leg eventueel eerst een beetje sprookjeswol op de bodem van het wiegje.

 

Neem nu het lange sterke touw, leg een knoopje onderaan en knip de draad achter de knoop zo kort mogelijk af (zonder de knoop te raken). Steek aan 1 punt van het wiegje van onder naar boven door de vilt. Steek aan de andere punt van het wiegje van boven naar onder door de vilt. Leg een knoop in het uiteinde van de draad en knip weer wat achter de knoop komt zo kort mogelijk af. Laat je wiegje nu bengelen aan de zojuist aangebrachte ophangdraad en bepaal waar je een knoopje boven het wiegje wilt maken. Naai op die knoop en op de punten van het wiegje waar je de ophangdraad vastmaakte bloemetjes. Je kunt er aan de voor- en achterkant naaien, en ook op andere plaatsen langs de ophangdraag en/of het wiegje. Naai eventueel ook hier een daar nog een groen blaadje.

 

Hang je wiegje aan een mooie tak.