Poppenkleedje - peasant dress

 

 

Nodig:

 

patroontje

stof (een licht geweven katoentje): 30 cm of een fat quarter

50 cm elastiek van 1 cm

naaimachine, -garen

schaar, naald en draad





Variaties op een peasant dress vind je achteraan de uitleg





Zo ga je te werk:

 





Knip volgens het patroon 2 maal het lijfje aan de stofvouw en  2 maal de mouw aan de stofvouw. De naadwaarde is reeds meegerekend in het patroon.


Knip ook het zakje en het stukje voor de bovenafwerking van het zakje.



Het zakje

 

 

Naai aan beide kanten van de stiklijn een rijgdraad. Dit doe je door je steeklengte op de hoogste stand te zetten (5 of 6). Hecht in het begin niet aan en laat een draad hangen van een 5-tal cm. Hecht op het einde niet af en laat ook daar een draad hangen van ongeveer 5 cm.



Tip:

Het is handig om - als dit een optie is op je naaimachine - je naaivoetje in het midden te zetten (op de stiklijn) en je naald eerst naar rechts op de schuiven voor de rechter rijgdraad en daarna helemaal naar links voor de linker rijgdraad.



 

Ga naar je strijktafel. Vouw het strookje in de lengte dubbel. Vouw de 2 lange kanten tot tegen de vouwlijn en strijk. Vouw de 2 korte kanten 1 cm naar binnen en strijk.

Neem het zakje en leg het patroondeel zak (zonder naadwaarde) op het zakje en strijk de ronding over het patroondeel.

 

 

Knoop aan 1 uiteinde de 4 rijgdraden samen. Trek aan de andere kant voorzichtig aan de linker en de rechter rijgdraad samen en verdeel de fronsjes over het stuk tussen de 2 naadwaardes aan de zijkant. Leg het strookje er boven en maak beide stukken even lang. Zet de fronsjes vast met een knoopje in de fronsdraad.





Leg het strookje met de goede kant tegen de verkeerde kant van het gefronste deel van het zakje. Vouw de naadwaardes van zowel het strookje als het zakje naar binnen. Naai het strookje tegen de achterkant van het zakje. Naai aan de kant van het strookje in de vouwlijn en zorg dat je op de naailijn - tussen de 2 rijgdraden in - stikt aan de kant van het zakje. Verwijder de zichtbare rijgdraad.

 

Knip de naadwaarde aan de bovenkant van zakje eventueel bij en vouw het strookje om zichzelf heen. Het strookje valt tot net over het stiksel waarmee het aan de averechte kant is vastgezet. Zet het met een stiksel op 1 mm van de rand vast aan de goede kant van het zakje.



 

Stik nu in de ronding van het zakje eveneens een rijgdraad - steeklengte op 5 of 6, niet aan- of afhechten. Als je deze draad zachtjes aantrek, vormt de ronding van het zakje zich beter.



Speld het zakje op de gewenste plaats op het voorpand van het kleedje. Zorg dat de ronding mooi plat ligt en er geen hoekjes gevormd worden. Stik op 1 mm van de rand het zakje vast op het voorpand van het kleedje.



Het kleedje

 

 

Leg voor het kleedje het achterpand met de goede kant naar boven op tafel. Leg aan beide kanten de mouwdelen tegen de mouwuitsnijding. Naai op 1 cm van de kant de beide mouwen tegen het achterpand. Leg vervolgens het voorpand met de goede kant naar boven op tafel en leg de andere kant van beide mouwen op de mouwuitsnijding van het voorpand. Naai eveneens op 1 cm van de rand de mouwen tegen het voorpand. Werk de gestikte naden af met een overlock of een zigzag.



 

Zo ziet je werk er tot nu toe uit.



Werk nu de onderranden van het voorpand, achterpand en beide mouwen af met de overlock of een zigzagsteek.




De mouwen



We gaan de onderkant van de mouw afwerken met een elastiekje op 2 cm van de onderkant. Sla hiervoor de rand van de mouw 3 cm naar binnen en strijk. Naai kort op de rand vast.



 

Naai evenwijdig een tweede stiksel op iets meer dan 1 cm rechts van het eerste stiksel om een tunneltje voor de elastiek te bekomen.



Tip:

Het is best om een elastiek van minstens een halve centimeter en max. 1 cm breed te gebruiken. Een dunne ronde elastiek is moeilijk op de randen vast te stikken en kan dus beter niet voor dit project gebruikt worden.



 

Meet twee gelijke stukjes elastiek af die losjes rond de pols passen (ongeveer 14cm). 

Doe de elastiek in een rijgnaald of veiligheidsspeld en trek hem er zover door tot het einde gelijk valt met de zijkant van de mouw. 



 

Zet de elastiek met ee paar steekjes in de naadwaarde vast. Rijg de elastiek verder naar het andere uiteinde en zet ook daar het uiteinde vast met een paar steekjes in de naadwaarde.



Tip

Om te voorkomen dat de elastiek terug schiet terwijl je hem aan het vastzetten bent. kan je hem best eerst met een speld op zijn plaats houden.



 

Leg het kleedje nu zo dat het voorpand op het achterpand komt te liggen, de goede kanten van de stof op elkaar. Naai nu van de onderrand van het kleed, via de oksel tot het uiteinde van de mouw op 1 cm van de rand. Zorg er hierbij voor dat zowel de onderrand als de oksel als het uiteinde van de mouw perfect op elkaar liggen. Werk daarna de naden af met een overlock of een zigzag.



 

Strijk nu aan de halsuitsnijding eerst een halve centimeter naar binnen, daarna anderhalve centimeter. Let er op dat alle naden naar dezelfde kant vallen: dat maakt het straks gemakkelijker om de elastiek door te rijgen.



 

Speld goed vast en naai rondom. Begin bij een mouwaanzet en eindig 2 cm voor het begin om zo een opening te laten voor de elastiek.



 

Meet een elastiek af die spant rond het breedste deel van het hoofdje (ongeveer 23 cm). Rijg de elastiek via de opening doorheen de tunnel. Speld het einde van de elastiek vast tegen het kleedje zodat die er niet door schiet. Als je rond bent, naai dan met de hand de 2 uiteinden op elkaar. schuif de elastiek in de tunnel en  stik de opening dicht.



 

Strijk de onderrand anderhalve centimeter naar binnen en zet met een stiksel in de afgewerkte naad vast. 

 

Het kleedje is af.

Variaties

Mouwen: 

  • lange mouw met elastiek op de rand: strijk de mouwrand 1,5 cm om en zet vast. Dit is het tunneltje waardoor je de elastiek kunt rijgen.

  • lange mouw zonder elastiek: strijk de mouwrand 1 cm naar binnen en zet vast.

  • korte mouw met alle vorige afwerkingen onderaan: knip de mouw korter en werk af naar keuze

 

Onderkant:

  • werk de onderkant af met een biaslint: naai het biaislint tegen de verkeerde kant van de stof, vouw om zichzelf heen en zet vast tegen de stiklijn aan de goede kant van het werk

  • zet een kantje tegen de onderkant: strijk de onderrand 1 cm naar binnen en stik vast. Leg het kantje tegen de binnenkant en laat zo veel uitsteken onderaan als gewenst. Naai vast. Of zet het kantje op de goede kant van het kleed en stik vast op de stiklijn van de zoom.

  • Naai een ruffle tegen de onderkant: neem hiervoor een reep stof met een hoogte van de gewenste hoogte + 2 cm en een lengte 2 maal tot 2,5  maal de omtrek van het kleedje. Werk de onderkant af met de overlock of een zigzag. Strijk aan de onderkant van de strook de stof een centimeter naar binnen en naai vast. Naai begin en einde aan elkaar: leg daarvoor de 2 korte kanten met de goede kanten op een. Maak aan de bovenkant boven en onder de stiklijn - die op 1 cm van de rand ligt - een rijglijn (zie hierboven hoe je een rijglijn maakt bij het zakje). Frons de rijgdraad tot je de omtrek van het kleedje hebt. Verspreid de fronsen gelijkmatig over voor en achterkant. Leg de ruffle met de goede kant op de goede kant van het kleed en naai op 1 cm van de rand (tussen de 2 rijglijnen in). Verwijder de zichtbare rijgdraad. Strijk de naadwaarde naar boven en zet met een sierstiksel vast.

  • Naai een kleurrijk lint tegen de onderkant of een paar centimeter boven de onderkant.

 

Meer variatie:

  • Maak het kleedje breder door het patroon te verbreden, te beginnen onder de mouwuitsnijding tot de gewenste breedte

  • Naai meerdere zakjes op het kleedje (vooraan en of achteraan)

  • Naai een applicatie op het kleedje: doe dit voor je het in elkaar naait

  • Verkort het patroon en maak zo een blouse

  • Maak het kleedje uit restjes stof: naai daarvoor eerst willekeurig lapjes uit dezelfde soort stof aan elkaar tot je een lap hebt die groot genoeg is om de patroondelen op te leggen.




Download
peasant dress doll.pdf
Adobe Acrobat document 269.4 KB