Hoe een heel klein hoofdje maken ?

Deze uitleg geldt voor een hoofdje van 5 cm rondomrond. Pas de grootte van het wolballetje aan aan de gewenste grootte van het hoofd.

 

Neem een huidkleurig wolbolletje van 1,5 cm.

Gebruik afbindgaren om halverwege het bolletje een knoop maken die je stevig aantrekt zodat het bolletje wat intrekt op die plaats: dit is de ogenlijn. Voor dit mini-hoodje maken we een zeer eenvoudige ogenlijn. Voor een groter hoofd stopt het hier nog niet.

Indien je een neusje wilt: steek met 1 van de 2 draden waarmee je de ogenlijn knoopte dwars door het hoofd naar de plaats waar de neus komt. Dit is net onder de ogenlijn. Maak een paar kleine steekjes op elkaar tot je denkt dat het neusje groot genoeg is. Als je er een stukje poppentricot over spant kan je meteen zien hoe het er gaat uit zien en of je tevreden bent. Maak desnoods nog een paar extra steekjes voor je de draad terug naar achteren steekt en vastbind met de andere draad die daar nog hangt.

Naai een klein kokertje in poppentricot dat net omheen het bolletje past. Let op de stofrichting: die loopt van boven naar beneden. Keer het kokertje.

Trek het kokertje over het hoofd. Laat bovenaan maar een heel klein stukje uitsteken zodat je niet te veel tricot boven op het hoofd hebt.

Naai de stof die boven uitsteekt dicht tegen het hoofdje vast en knoop ook de nek af. Je hebt hier geen wol in de nek zitten, maar voor zo'n klein hoofdje (dat niet zo zwaar is dat het gaat wiebelen) is dat wel goed zo.

Steek 2 spelden op de ogenlijn op de plaats waar de ogen moeten komen en trek met een huidskleurige cordonnaydraad de 2 oogjes een beetje in. Dit doe je door telkens van achter naar voor en net er naast van voor naar achter door het hoofdje te steken en de draadje wat aan te trekken voor je ze samenknoopt.

Kleur de oogjes in en teken een (subtiel) mondje met een zeer scherp aquarelpotlood. Geef de wangen een blos met bijenwaskrijt.

Te gebruiken voor bijvoorbeeld een wortelkindje.